Kindje klein, je mag er zijn.
Jouw naam is opgeschreven.
Je bent gekend, gehoord, verwoord,
met naam door ouders jou gegeven.

Een kaars voor jou, teken van trouw.
Ontstoken aan het Paaskaarslicht.
God blijft jou bij, gaat aan jouw zij.
Hij geeft een glans op jouw gezicht.

Jouw kinderdoop geeft ons ook hoop.
Het water is ook ons weer een teken.
Van Gods trouw, aan ons en jou.
Dat God naar ons heeft omgekeken.

Kindje klein, je mag er zijn
Jouw naam is in Gods boek geschreven.
Je hoort erbij in Gods gezin, een klein begin.
Hij blijft bij jou, je hele leven.